Efficiënt CO2 verlagen met bijproducten

15 mei 2023

We kunnen er niet meer omheen: de klimaatmaatregelen en het verlagen van de CO2-uitstoot. Van de agrarische sector wordt ook verwacht om hieraan een bijdrage te leveren. Sterker nog, de branche ligt onder een vergrootglas en de impact is groot. Dat betekent dat er meer druk komt te liggen bij de veehouders. Toch zijn er, door bewuste keuzes te maken, al een aantal stappen te zetten in het verlagen van de uitstoot. Bijvoorbeeld door het voeren van bijproducten. Hoe dat zit? Dat leggen we je graag uit.

De Europese Unie heeft als doel in 2050 CO2-neutraal te zijn. Dat betekent dat er evenveel CO2 wordt geabsorbeerd als dat er wordt uitgestoten. Europa wil dit als eerste continent bereiken. Om dit te realiseren, is het eerste doel om voor 2030 tot tenminste 55% CO2-uitstoot te reduceren. Hierdoor krijgt de diervoederindustrie ook meer te maken met doelstellingen op het gebied van CO2-reductie.

Ontwikkelingen in de agrarische sector

Steeds meer bedrijven in de agrarische sector ontwikkelen initiatieven met het oog op de CO2-reductie. Een goed voorbeeld is de zuivelindustrie. Melkveehouders worden uitbetaald aan de hand van de CO2-equivalenten; een berekening van lachgas, methaan en koolstofdioxide. Met deze gegevens wordt er uiteindelijk een waarde per kilogram melk berekend volgens de KringloopWijzer.

Wanneer een melkveehouder meedoet aan het programma van, bijvoorbeeld Friesland Campina, ontvangt deze tot maximaal €1,50 per 100 kilogram melk. Dit kan een veehouder duizenden euro’s opleveren per jaar. Ook andere melkverwerkers zijn bezig met het uitwerken van duurzaamheidsprogramma’s.

CO2-footprint bij veevoer

Een bedrijf die veehouders hierin bijstaat en de ontwikkelingen op de voet volgt, is Bonda. Olga van Grootheest, commercieel adviseur rundvee Midden-Nederland bij Bonda: “Op veel melkveehouderijen zie je dat voer op dit moment een groot deel van de CO2-uitstoot voor zijn rekening neemt. Je merkt dat er meer vragen komen uit de sector over dit onderwerp. Met de samenstelling van rantsoenen is nog veel winst te halen bij het beperken van de CO2-uitstoot. Vochtrijke voeders kunnen daar een mooie rol in spelen”

De grootste CO2-equivalent bronnen

Niet alleen voer zorgt voor CO2-uitstoot. Er zijn nog een aantal elementen die hierin een groot aandeel hebben. “Methaan, dat gevormd wordt in de pens tijdens het afbraakproces van wat de koe vreet, is daarbij een belangrijke. Dit zorgt voor ongeveer 40 procent van de uitstoot”, weet Olga te vertellen. “Maar ook de emissies die vrijkomen bij het opslaan van mest in de mestkelder en tijdens het winnen van eigen voer en het bemesten van de grond speelt een rol. Deze emissies zijn goed voor 10 procent van de uitstoot, bij zand- en kleigronden. Bij veengrond speelt oxidatie ook een rol. Zaken als het verbruik van diesel, gas en elektra op het eigen bedrijf – grofweg 5 procent van de emissies – worden ook meegenomen in het rekensommetje. Net als de productie en transport van producten van en naar het bedrijf, zoals krachtvoer, kunstmest en andere aangekochte voeders. Hier kun je uitgaan van circa 35 procent emissie.”

COverlagen door rantsoenoptimalisatie

Het grootste deel van de emissies op een melkveebedrijf komt dus vanuit pensfermentatie. Waarbij met name de verteerbaarheid en het energiegehalte invloed hebben op de gevormde emissies. Om dit te verlagen kan je het rantsoen optimaliseren. “Veel veehouders zijn al bewust bezig om via het voermanagement de CO2-uitstoot te verlagen. Zo worden er ook additieven ingezet om het pensmethaan te verlagen. Wat misschien minder bekend is, is dat het voeren van vochtrijke bijproducten een verlaging in de CO2-footprint van melk en vlees betekent”, legt Olga uit.

NDF-gehalte verlagen

Andere opties die een positief effect hebben op de pensfermentatie zijn het verlagen van het NDF-gehalte (gewicht aan celwanden) in de kuil of door het voeren van meer zetmeelrijke producten. Daarbij helpt een hogere melkproductie uit ruwvoer ook aangezien krachtvoer een hogere CO2-voetafdruk heeft dan ruwvoer. Toch is daar ook een tegenstrijdigheid merkbaar, vertelt Olga. “Het is voor een melkveehouder altijd een beetje wikken en wegen. Wanneer je meer eiwitten wilt halen uit het eigen ruwvoer, is een hoger gehalte aan gras in het rantsoen wenselijk. Maar om de CO2-voetafdruk te verlagen is het voeren van maïs weer effectiever.”

Slim bijvoeren

Er valt, met het oog op het verlagen van de CO2-uitstoot, dus een hoop te winnen. “Zo wordt bij bierbostel alle CO2 toegerekend aan het hoofdproduct, bier. Hierdoor zitten er geen directe CO2-kosten aan bierbostel. Wel is het belangrijk om het totaalrantsoen in de gaten te houden. Bij de fermentatie van voedermiddelen in de pens wordt methaan gevormd. En juist methaan is een gas om goed in de gaten te houden voor wat betreft de CO2-uitstoot. Methaan is een broeikasgas dat wordt meegerekend in de berekening van de hoeveelheid broeikasgassen die per bedrijf worden uitgestoten. Dit broeikasgas is zelfs 28 keer zo sterk als CO2.”

Voordelen vochtrijke bijproducten

Naast onder andere de CO2-vermindering door het voeren van vochtrijke bijproducten, zijn er nog meer voordelen voor de veehouder: “Doordat bijproducten zonder te drogen naar de veehouder gaan, is de kostprijs lager. Zo draagt de inzet van bijproducten niet alleen bij aan een duurzaam karakter, maar draagt het ook bij aan een duurzaam verdienmodel voor veehouders. Daarnaast zijn vochtrijke voeders smakelijk en beperken ze selectie aan het voerhek. Dat zijn ingrediënten voor een gezonde veestapel en een goede productie.”

Een voorbeeld van zo’n product is Gluco+, dit heeft een hoog zetmeelgehalte wat positief werkt op de verlaging van het pensmethaan en op de melkproductie. “Door het circulaire karakter neem je met Gluco+ bewuste stappen in het kader van de CO2-uitstoot. Daarnaast hebben we bij Bonda meerdere steekvaste vochtrijke mengvoeders in het assortiment. Zo is er voor elk rantsoen een passende variant: Proti+ voor de nu al zetmeelrijkere rantsoenen én Gluco+ en Energi+ voor wanneer er meer gras in de rantsoenen zit. Rupro+ is een vloeibare vochtrijke mengvoer die een goede eiwit bijdrage levert. Doordat we zelf vat hebben op de productie sluiten deze producten nóg beter aan als het gaat om nutritionele samenstelling en beschikbaarheid.”

Al met al zijn er diverse maatregelen door te voeren die bijdragen aan de klimaatregelingen en het verlagen van de CO2-footprint. Door als veehouder hier direct op in te springen zet je gelijk mooie stappen. Wil je daar meer over weten? Neem dan contact op met jouw adviseur.

Vind hier je adviseur

 

Terug naar overzicht